Zeeuws-Vlaanderen zit boordevol overblijfselen van de tachtigjarige oorlog. In die tijd werden regelmatig dijken doorgestoken om land onder water te zetten. Het water zorgde voor een relatief veilige buffer tegen de vijand. Het Pereboomsgat in Koewacht is ooit ook zo ontstaan.

Ingepolderd

Veel kreken zijn in de loop der jaren weer terug ingepolderd. Zo ook een groot deel van het Pereboomsgat, dat op de Nederlands-Belgische grens ligt. “Tijdens de ruilverkaveling werden kreekuitlopers gedempt voor landbouwdoeleinden”, vertelt Luud Persijn ons. Hij woont in een boerderij aan het Pereboomsgat en weet veel van de historie van het gebied. “In 1976 legde België de Expressweg aan. Ze hadden veel zand nodig. Dit wilden ze deels uit het Pereboomsgat halen. Nederland vond dit geen goed idee, dus België mocht alleen op eigen grondgebied ontgronden. Zo komt het dat nu het Belgisch deel voornamelijk uit open water en het Nederlands deel voornamelijk uit riet bestaat.”

Luud Persijn
Luud Persijn

Nieuwe natuur

Als we uit het raam van de boerderij naar het Pereboomsgat kijken, zien we langs de kreek geen landbouw. “De pachter zegde een jaar of negen geleden de pacht op. Ik heb toen samen met Stichting Landschapsbeheer Zeeland een inrichtingsplan geschreven voor nieuwe natuur.” Blijkbaar is het goedgekeurd, want wat we zien is een langgerekt natuurgebied. “We hebben de kreekarmen hersteld, poelen gegraven, bloemrijk grasland aangelegd, Zeeuwse heggen geplant voor vogels en de vroegere dijk opnieuw opgeworpen”, somt Luud de werkzaamheden op. 

Ooit een otter?

Luud was altijd al een natuurliefhebber, dus om nu zo dicht bij huis zoiets moois te kunnen realiseren, is best bijzonder. “Ik geniet er enorm van om het tot leven te zien komen. Om steeds weer nieuwe planten en dieren te ontdekken. Het is soms verwonderlijk hoe snel dat gaat, bijvoorbeeld met het waterleven in de poelen en de vele vlindersoorten bij de dijk. Maar ook reeën, vossen en eekhoorns hebben het Pereboomsgat al gevonden en roofvogels als de havik, slechtvalk en wespendief.” Ooit hoopt Luud ook een otter te kunnen spotten. “Een bever is onlangs al eens gesignaleerd, maar een otter zou toch wel heel bijzonder zijn.”

Wandelpad

Tijdens een wandelingetje naar het, volgens Luud, mooiste punt van het Pereboomsgat, bij de grenspaal, zien we dat er een prima begaanbaar wandelpad door het gebied loopt. “Ja, dit is onderdeel van het wandelnetwerk Langs Linies- en Kreken.” Als een ervaren gids wijst Luud ons op de bijzonderheden. “Kijk, dit is een Grote Kaardebol. Luister, dat was het geluid van de Cetti’s Zanger.” Ondertussen kijken wij onze ogen uit in dit jonge, maar al indrukwekkend mooie natuurgebied.

Tekst en foto’s: Kim de Booij